Finsterwolde gaat misschien niet meer stemmen

‘Wij laten ons niet onder de neuze pielen’

In het Oost-Groningse Finsterwolde zijn verkiezingen al lang geen feest voor de democratie meer. Een groot deel van de inwoners gaat niet meer stemmen. Maar wanneer een belangrijke voorziening dreigt te verdwijnen, komt het dorp in opstand.

Arnoud Bodde 18 oktober 2023

Van alle 2148 inwoners die Finsterwolde rijk is, woont Bertus Buiter (71) zo ongeveer het dichtst bij stembureau De Hardenberg. Wanneer hij voor het laatst ging stemmen? Hij kan het zich niet herinneren. ‘Een jaar of tien geleden, denk ik. Dit is écht de laatste keer, zei ik tegen die mensen achter de tafel’, vertelt Buiter, zijn rechterhand vol onkruid, net met ‘flink wat moeite’ uit zijn achtertuin getrokken.

Hij wil best uitleggen waarom hij niet meer naar de stembus gaat, ook al staat de multifunctionele accommodatie zo’n beetje tegenover zijn huis. Een kwestie van de straat oversteken, twintig meter voetpad langs de weg, de parkeerplaats schuin over en daar is de deur van De Hardenberg. Die automatisch open zwaait na een druk op een led-verlichte knop.

Buiter, zijn leven lang ‘Peevanderaa’-stemmer, kan er zo naartoe. Maar hij gaat niet meer. Want: ‘Ze beloven joe gouden bergen, maar d’r komt nóóit wat van terecht.’ Hij fluimt in het gemaaide gras en staart naar het uit donkergrijze en donkerrode stenen opgetrokken gebouw, aan de rand van het dorp. ‘Alleen maar bezuinigingen.’

Verkiezingen in Finsterwolde zijn al lang geen ‘feest van de democratie’ meer. Bij de laatste Tweede-Kamerverkiezingen gooide 56,2 procent van de opgeroepen stemgerechtigden een biljet in de bus van De Hardenberg. Bij het andere stembureau in het dorp, Partycentrum Finnewold, kwam iets meer dan de helft opdagen. Finsterwolde stemde in lijn met het hoefijzermodel. De meeste stemmen gingen naar de pvv, op de voet gevolgd door de SP.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen, een jaar later, lag het zwaartepunt uiterst links. De Verenigde Communistische Partij (vcp) kreeg verreweg de meeste stemmen, gevolgd door de SP. De opkomst bij De Hardenberg was met 35,3 procent dramatisch laag en ver onder het landelijk gemiddelde. Na de verkiezingen voor de Provinciale Staten, in maart dit jaar, vierde de BoerBurgerBeweging een monsterzege in de provincie Groningen, ook in Finsterwolde.

Het dorp maakte vroeger deel uit van de Rode Driehoek, met het eveneens jarenlang overwegend communistisch stemmende Beerta en Nieuweschans. Het wantrouwen (en verzet) tegen politici, bestuurders, Den Haag, de gemeente en de hele overheid zit in de genen. Wat hier in drie zinnen gezegd kan worden, hoeft niet in tien. Begin op straat echter over vroeger en je hebt een gesprek.

Bertus Buiter, zonnebril, zwarte klompen en een geruite wollen jas over een ruime spijkerbroek, is nooit een communist geweest. ‘Maar ik heb absoluut geen moeite met ze. Het zijn ook lang niet allemaal echte communisten, hè. Het is verzet. De strijd tegen al die lui die er alleen nog maar zitten voor de eigen centen.’

Hij heeft die strijd opgegeven. Decennialang bleef hij trouw aan de sociaal-democratische PvdA, totdat hij tot de conclusie kwam dat zelfs die partij niet meer naar de mensen toe kwam om te helpen. ‘Ja, vóór de verkiezingen. Om je stem binnen te halen.’ Met de najaarszon in het gezicht: ‘Gelukkig zijn de mensen hier voor zichzelf opgekomen.’

De Hardenberg, het gebouw schuin tegenover Buiters huis, is, vrij naar koning Willem-Alexander, maatschappelijk weefsel van steen. De multifunctionele accommodatie heeft een zwembad, sporthal, fitnesscentrum en een ruime kantine voor (kinder)feesten en andere bijeenkomsten. Ruim twintig jaar geleden gebouwd, omdat voorzieningen in Beerta en Finsterwolde onder één dak moesten.

Vorig jaar juni gooide de fractie van de vcp gevoelige informatie op straat. Burgemeester en wethouders van de armlastige gemeente Oldambt waren van plan om De Hardenberg op korte termijn te sluiten, om zo de noodzakelijke bezuiniging van een half miljoen euro te realiseren.

Wat volgde was de oprichting van een actiecomité en een jaar vol demonstraties, tumultueuze raadsvergaderingen, alternatieve plannen, gesprekken met de commissaris van de koning en een rouwkrans op de tafel van de burgemeester. Bij de Statenverkiezingen in maart reed een ‘illegale geluidswagen’ door de dorpen om ‘stemadvies’ te geven. Campagneposters werden beklad met scheldwoorden.

Weer dreigde iets te verdwijnen. En andere accommodaties in de gemeente hadden niet eens voldoende plek voor alle clubs en verenigingen die gebruikmaken van De Hardenberg.

André Hateboer (62) wierp zich op als kartrekker van het actiecomité. ‘Wij Hateboertjes laten ons niet zomaar onder de neuze pielen.’ Een streekgebonden uitdrukking, die zoiets betekent als: we laten ons niks wijsmaken en ons krijg je er zomaar niet onder. En dat kwam van pas.

Hateboer, inmiddels ook bestuurslid van de opgerichte stichting die het gebouw wil overnemen, zit in een van de leren fauteuils in de kantine van De Hardenberg. Hij vertelt met trots hoe ze hier sinds drie weken met een waslijst van vrijwilligers de toko draaiende houden. Ze moeten investeren, verduurzamen, geld verdienen. Ze zijn er nog niet helemaal uit met de gemeente, maar ze geven niet op.

Hij praat over vroeger, over de strijd tussen de herenboeren en de arbeiders, zoals Frank Westerman eind vorige eeuw in De Graanrepubliek beschreef. Hij herhaalt een opmerking die vcp-voorman Engel Modderman eerder die week maakte: ‘Den Haag moet veel meer de portemonnee trekken om in een gebied als Oost-Groningen de zaak overeind te houden.’ Het is een socialistische oplossing: ongelijk investeren om gelijkwaardigheid te krijgen.

In 1951 vond de regering in Den Haag het noodzakelijk om in te grijpen in Finsterwolde. De Communistische Partij van Nederland (cpn) had in de gemeenteraad een meerderheid gekregen. Rijke boeren werden uit hun boerderij gezet en seizoenarbeiders legden het werk neer en kregen van de communistische wethouders een uitkering. Burgemeester Tuin (PvdA) moest als aangestelde ‘regeringscommissaris’ het ‘communistische gevaar’ onder de duim houden. Finsterwolde werd in het Amerikaanse tijdschrift Time Magazineomschreven als ‘Little Moscow’. De gemeenteraad bleef tot 1953 buitenspel staan, maar nog tot en met de jaren tachtig hadden communisten het er voor een groot deel voor het zeggen.

‘De opa van mijn vrouw – die man is 96 geworden – vertelde nog weleens hoe dat ging hier’, begint Gertjan Takens, een 58-jarige bijna twee meter lange kerel met stoppelbaard en bril. De laatste haren grijs en gemillimeterd. ‘Als er vroeger voetbalteams uit andere, christelijke, dorpen kwamen, keken ze hun ogen uit: “Hebben jullie een kantine? En een tribune? Wij hebben alleen maar een keet.” In die dorpen had alleen de kerk een tuintje. Hier was dat anders. Hier was vroeger een buitenzwembad met drie duikplanken. En een wedstrijdbad van vijftig meter. ‘Jullie noemen ons vieze communisten, maar dit hebben we samen allemaal gebouwd, zeiden ze dan.’

Takens, al ruim twintig jaar werkzaam als beveiliger, heeft (als enige) gereageerd op een digitale oproep: Wie gaat niet meer naar de stembus en wil daarover praten? Na bijna drie kwartier gesprek over de strijd tegen het gemeentebestuur, het verdwijnen van buslijn 17, het kindertoeslagenschandaal, het aardbevingsdossier en hoe ze in Den Haag in vredesnaam denken dat mensen hier een elektrische auto kunnen betalen, biecht Takens het eerlijk op. ‘Ik stem dus nog wel. Alternatief. pvv. Ik ben het lang niet met alles wat ze zeggen eens. Maar níet meer stemmen, dat vind ik wel verdraaid lastig.’

De buurman van Bertus Buiter, die het onkruid in de tuin met een schoffel te lijf gaat, weet nog wel iemand. ‘Even verderop, waar dat bankje voor het huis staat.’

De grijsharige man die opendoet, gespierde armen vol kleurrijke tatoeages, schudt van nee. Hij stemt niet meer. ‘Al sinds het niet meer verplicht is (1970). Vroeger PvdA. Maar ze doen toch wat ze zelf willen. Nee, als er een politicus op tv is, gaat-ie uit of op een andere zender. Is ’t klaar zo? D’r is voetbal op.’

Zijn buurvrouw staat met de jas nog aan in de deuropening. Nienke, een 29-jarige thuiszorgmedewerker. Ze woont sinds vijf jaar in Finsterwolde, komt uit Bellingwolde en werkt in Winschoten. ‘Soms stem ik niet, soms stem ik wel’, zegt ze. Aarzelend: ‘De laatste keer pvv. Daarvoor PvdA. Ik vind dat er meer aandacht moet zijn voor wat híer nodig is. Tuurlijk vind ik stemmen belangrijk, zeker in Oost-Groningen. Het is bedroevend, zoals de zorg is uitgekleed. Ik merk het als ik bij mensen over de vloer kom. Oudere mensen, die het gevoel hebben dat ze er niet meer toe doen. Politici hebben geen idee hoe dat is. En een generatie mensen die de oorlog nog heeft meegemaakt, is daar de dupe van.’

De Groene Amsterdammer en Follow The Money onderzochten in 2021 hoe Den Haag uit Nederland verdween. ‘Plattelandsregio’s zagen hun toegang tot voorzieningen sneller dalen dan Randstedelingen. Met name Oost-Groningen, Zeeland, Drenthe en grote delen van Friesland leverden flink in – met sociale onrust tot gevolg. Mensen beroepen zich sterk op negatieve ervaringen met de overheid, zoals het massaal verdwijnen van publieke voorzieningen als ziekenhuizen, scholen, zwembaden, bibliotheken of politiebureaus in de regio’s.’

Waar voorzieningen verdwijnen , groeit onbehagen, soms met ‘afhaken’ tot gevolg, concludeerden onderzoekers Josse de Voogd en René Cuperus in hun Atlas van afgehaakt Nederland. Dat afhaken kan zich uiten in het stemmen op zogenoemde politieke buitenstaanderpartijen, als protest. Of in niet meer meedoen aan verkiezingen; onvrede, desinteresse, het gevoel niet meer gehoord te worden. In Finsterwolde is dat niet anders.

Bij de Spar-supermarkt, in het midden van het dorp, gooit Jurjen Kolthoff (83) twee lege flessen in de glasbak. Hij en zijn vrouw Geertje (‘bijna tachtig’) nemen de tijd om te vertellen waarom ze besloten niet meer te gaan stemmen.

Het vertrouwen is verloren, bij mensen die dat wantrouwen van zichzelf helemaal niet hadden’

In de recente bomexplosies en steek- en schietpartijen in Winschoten zien ze het gevolg van bezuinigingen bij de politie. ‘Ze hebben er geen grip meer op. Op al dat drugsvolk’, zegt Geertje. ‘Hier had je tot een paar jaar terug een jeugdsoos, ’t Schienvat’, vult Jurjen aan. ‘Ook verdwenen. Daar wisten ze hoe ze met de jeugd om moesten gaan. Daar zat een knaap op, die haalde ze zo van de straat.’

Hun kleindochter ontving een brief om kinderopvangtoeslag terug te betalen. ‘Tweeduizend euro. Onterecht’, zegt Geertje. ‘Is gelukkig allemaal goed gekomen, maar voor je ’t weet heb je je hele leven op een bult.’ Bus 17 rijdt voorbij en Jurjen knikt. ‘Verdwijnt ook, straks.’

Aan ‘de dikke gordijnen voor de ramen’ herkent het echtpaar de huizen in de straat waar ‘buitenlanders’ zijn geplaatst. Uit de wijze waarop daar fietsen en afvalbakken áchter de voordeur worden geparkeerd, distilleren ze dat begeleiding en integratie van asielzoekers al jarenlang tekortschiet. ‘We hebben geen hekel aan die mensen, hoor’, zegt Geertje. ‘Maar kijk ook hoe ze in Ter Apel over straat lopen en hoe ze aan hun lot worden overgelaten.’

Geertje groeide op in Heiligerlee, Jurjen in Finsterwolde. Allebei in een communistisch nest. ‘Dan kwam Marcus Bakker spreken en dan stond het hele dorp op het voetbalveld’, vertelt Jurjen. De Groningse communistenleider Fré Meis kwam zelfs bij zijn familie over de vloer.

Geertje en haar tweelingzus liepen met de communistische krant De Waarheid.Jurjen: ‘Ik ben weleens mee geweest. Een eind, mienjonge! Door al die dorpen. Maar goed, ik was al verliefd, hè. Anders had ik dat nooit gedaan, natuurlijk.’

Die tijden zijn voorbij, weten ze. Op communisten kun je bij de landelijke verkiezingen al heel lang niet meer stemmen. En de SP heeft het in hun ogen nooit waar kunnen maken. ‘En GroenLinks wil ons allemaal de auto uit hebben, ja. Nou met die Timmermans.’ Jurjen schudt zijn hoofd.

Een man met een rollator komt aanlopen. ‘Die man heeft hier altijd de winkel gehad’, zegt Jurjen. ‘De kruidenier. Al had je ook geen dubbeltje, je kreeg de boodschappen mee. Hij wist wel dat het goed kwam. Och, dat waren nog eens tijden. Het hing allemaal veel meer aan mekaar. Samen de schouders eronder. Al die communisten.’ Geertje: ‘Net als met De Hardenberg.’

Ja, De Hardenberg. Ineens was daar een sociaal-democraat die opstond voor Finsterwolde en de bedreigde voorziening. Henk Nijboer, geboren en getogen in Ten Boer. Benoemd tot lid van de Tweede Kamer in september 2012, een maand na de zwaarste door gaswinning in het Groningenveld veroorzaakte beving. De klap van 3,6 op de schaal van Richter, bij Huizinge, bleek een kantelpunt. Niet zozeer omdat de impact van het oppompen van welvaart uit de Groninger bodem nog veel groter bleek dan gedacht, maar vooral omdat de winning in het jaar erna niet werd verlaagd, maar juist verhoogd, en geld voor de oliebedrijven en de staatskas belangrijker bleek dan de veiligheid van de inwoners van het gebied.

Natuurlijk, Finsterwolde is niet hartje aardbevingsgebied, maar op 6 juni 2023 zag Nijboer de kans schoon om met zevenmijlslaarzen de problemen in zijn provincie nog eens in prime time onder de aandacht te brengen. Tijdens het Kamerdebat over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Gaswinning Groningen vertelde hij over ‘gemiddeld genomen redelijk gezagsgetrouwe’ mensen, die ‘na Huizinge dachten: het zal wel worden opgelost, het zal uiteindelijk wel goed komen’.

‘In de afgelopen tien jaar is niets minder waar gebleken’, sprak Nijboer met een strak gezicht. ‘De grondrechten van Groningers zijn op grote schaal met voeten getreden. Dat betekent dat mensen geen enkel vertrouwen meer hebben in de overheid. Geen enkel vertrouwen meer in wie dan ook. Dat is helemaal verloren gegaan, bij mensen die dat wantrouwen helemaal niet van zichzelf hadden.’

Hij somde een trits voorzieningen op die zouden verdwijnen. Zoals de bus van Winsum naar Garnwerd, dorpen in Het Hogeland en Westerkwartier, en het zwembad aan de andere kant van de provincie, in Finsterwolde. De Hardenberg werd, tot verrassing en genoegen van André Hateboer, vaker genoemd, tijdens het debat die avond en de dag erna.

De andere partijen in de Kamer en staatssecretaris Hans Vijlbrief hapten toe, toen Nijboer een motie indiende die ervoor moest zorgen dat in het aardbevingsgebied geen voorzieningen als zwembaden, openbaar vervoer, scholen, zorg-, sport- en cultuurvoorzieningen zouden verdwijnen als gevolg van bezuinigingen.

De staatssecretaris belde daags voor de val van het laatste kabinet-Rutte met de Oldambtster vvd-wethouder Erich Wüncker, zegde drie ton Haags leefbaarheidsgeld toe en benadrukte dat het zo snel mogelijk moest worden overgemaakt aan de door inwoners opgerichte stichting die uiteindelijk De Hardenberg wil overnemen. De gemeente legde zelf nog anderhalve ton op tafel. Hoewel details nog moeten worden uitgewerkt, werd begin oktober alvast feestelijk de doorstart gevierd.

Staatssecretaris Vijlbrief is anderhalve week voor dat feest niet geheel toevallig nog op campagne in Finsterwolde, onder de noemer ‘Luister naar de zachte stem’. Georganiseerd door de lokale D66-afdeling, voor iedereen toegankelijk. Hij wil het hebben over vertrouwen in de politiek.

Henriëtte Davelaar, fractievoorzitter van D66 Oldambt, een oppositiepartij in de raad, verhaalt tijdens de bijeenkomst over de lange geschiedenis van het onbehagen in deze contreien. Maar ze benadrukt dat rondom Blauwestad, de in 2006 gestarte woningbouw rond een nieuw aangelegd meer op voormalige landbouwgrond, best veel ten goede is veranderd in de afgelopen jaren. Ook in Finsterwolde.

‘Het is mooi geworden in de dorpen, er zijn b&b’s waar ondernemers van profiteren, er zitten drie grote eetgelegenheden waar de jeugd kan werken – een stuk beter dan vroeger bij de boer. We zijn geen krimpgemeente meer. Het is niet allemaal zo slecht.’

Haar speech doet denken aan de ‘strijd’ die haar illustere partijgenoot Pieter Smit nogal eens zei te voeren tegen de drie hardnekkige ‘T’s’ in Oost-Groningen: ’t Was niks, ’t Is niks en ’t Zal ook nooit wat worden.’ De in 2018 overleden burgemeester van Oldambt had daar weinig mee op.

Onder het systeemplafond van de ruime kantine van De Hardenberg hoort staatssecretaris Vijlbrief eerst een stortvloed van klachten aan over het eerdere sluitingsbesluit van de gemeente. De op z’n zachtst gezegd beroerde communicatie tussen de lokale overheid en de inwoners heeft ‘een dikke schietboudel’ veroorzaakt. Vrij vertaald: ellende, letterlijk: een schijtboel.

Ja, het moet anders, knikt en bevestigt Vijlbrief meermaals. Maar het ligt niet aan de landelijke overheid, vindt hij.

‘Uit Den Haag komt toch ook steeds minder geld weg?’ werpt een gepensioneerde Winschoter vvd-stemmer hem voor de voeten. ‘Dat wordt hier vergeten! De gemeente moet de knip op allerlei momenten dicht houden, omdat Den Haag gewoon niet luistert.’

Vijlbrief aarzelt en zegt dan: ‘Nee, ik ga het kleiner maken. De gemeente heeft hier een budgettaire keuze gemaakt. En daar was de bevolking het niet mee eens.’ Tegen het einde van de avond geeft hij het gezelschap van zo’n vijftig mensen nog advies mee: ‘Stem ze weg.’

Het PvdA-Kamerlid dat een doorbraak in de zaak forceerde, is het daarmee niet eens. ‘Ik verwijt de gemeente in die hele kwestie niks’, zegt Henk Nijboer, voor een volgende periode als volksvertegenwoordiger niet verkiesbaar. ‘De gemeenten in ons deel van het land hangen al veel te lang in de touwen. Kijk naar Pekela, waar ze geen geld meer hebben om de bruggen te onderhouden. Kijk naar de financiële posities van Stadskanaal en Delfzijl. Het was een politieke keuze om zoveel overheidstaken bij de gemeenten neer te leggen dat ze inmiddels geen financiële armslag meer hebben. En ik snap heel goed dat mensen moedeloos worden en misschien niet meer naar de stembus gaan. Maar dat moeten ze juist blijven doen. Anders komt zo’n andere regering er nooit.’

De motie van Nijboer was een voorbode. ‘Den Haag’ heeft het verdwijnen van voorzieningen in regio’s als Oost-Groningen veronachtzaamd. Dat dat besef is doorgedrongen blijkt uit onderzoeken en vers getikte partijprogramma’s. Die ademen een herontdekking van de regio, keert het vertrouwen daarmee terug?

Jurjen en Geertje Kolthof, naast de glasbak bij de supermarkt in Finsterwolde, hebben na bijna veertig minuten praten zichzelf voorzichtig aan het twijfelen gebracht. ‘Het is niet goed, dat we niet meer stemmen’, heeft Geertje inmiddels drie keer herhaald. ‘Wait ik wel’, heeft haar man twee keer geantwoord. De derde keer: ‘Is ook niet goed. Maar op wie?’ Geertje schudt haar hoofd. 

Geef een reactie